Op donderdag 2 november reisden we af naar Osdorp voor een nieuw spreekuur met wethouder Marjolein Moorman. De verhalenvertellers én luisterende oren trotseerden weer en wind om er te komen (code oranje...), maar wat zijn we blij dat we het door hebben laten gaan. Weer 4 sterke verhalen die representatief zijn voor veel mensen in de stad en in Nieuw-West. We waren te gast bij Hart van Osdorp.
Het eerste verhaal: een te laag inkomen voor kwijtschelding?!
Mevrouw heeft een opleiding en werkend leven als boekhoudkundige achter de rug, maar sinds een tijd werkt ze met wisselende banen. Bij de aanvraag voor kwijtschelding voor de gemeentelijke heffingen, bleek dat Anja een te laag inkomen (!) had. Nadat ze de gevraagde inkomensgegevens van de afgelopen 3 maanden had opgestuurd kreeg ze een formulier retour gestuurd met de vraag: “Uit de gegevens die u hebt verstrekt, blijkt dat u uw inkomen te laag is om uw vaste lasten te betalen. U kunt dan geen kwijtschelding krijgen. Hieronder kunt u aangeven hoe u van uw inkomen rondkomt.”
Deze vraag maakte veel los. “Wat me ergert is dat er geen open vraag wordt gesteld of dit als aanleiding wordt gezien om verder in gesprek te gaan. De toon is er een van wantrouwen en controle. Dat ik weinig inkomen heb, alla, daar kan ik prima mee leven. Maar door dit soort teksten voel ik me arm.” Bovendien schrikt het mensen af: die betalen toch maar, better safe than sorry.
Het opmerken van een te laag inkomen zou een goed startpunt zijn voor een goed gesprek. Los van de toon, kan deze vraag voorkomen worden als er naar jaarinkomen wordt gekeken. Tot slot een warm pleidooi voor de stadspas (“die is fantastisch!”): kan deze regeling niet direct gekoppeld worden aan de stadspas? Net als de energietoeslag werkte dat perfect.
Het verhaal van Hodan: moeten verhuizen, maar er ís niets voor jouw situatie
Hodan woont met haar gezin in Osdorp. Ze heeft een man en 3 jonge kinderen, van wie de oudste een grote zorgvraag heeft. Ze hebben het niet breed en hebben schulden.
Het gezin nu in een 5 kamer appartement, wat noodzakelijk is om de kinderen goed te laten functioneren. Haar huurhuis van Rochdale staat op de lijst om vóór 2025 te worden gesloopt. Het huis is oud en stuk, en de gebreken én de sloop hebben grote effecten op hun leven. Schimmel, een energierekening die niet te betalen is en ze nog steeds aan het afbetalen is van vorig jaar.
Vanwege de sloop moet het gezin binnenkort verhuizen. Het probleem: ze kan geen 5 kamer appartementen in Osdorp krijgen. Vanwege de zorgvraag van haar zoon, is in de buurt blijven wonen noodzakelijk. Omdat haar kinderen aparte kamers moeten hebben om normaal te functioneren, is een 5 kamer appartement noodzakelijk. Maar de combinatie is onmogelijk. Rochdale heeft niet zo’n woning. Hodan heeft medische urgentie aangevraagd bij het buurtteam voor zo’n woning, maar dan moet je élke woning die je kan krijgen accepteren – en dat heeft dus ook geen zin. Haar vraag: kan er geen maatwerk verricht worden bij een urgentieaanvraag, wanneer een gezin geen keuze heeft in hun leefstijl?
Het verhaal van Maaike: onvriendelijkheid bij de Jan van Galenstraat leidt van kwaad tot erger
Maaike vertelt niet haar eigen verhaal, maar het verhaal van een man die ze onlangs tegenkwam bij de Groene Kans. Deze man bleek geen vaste woon en verblijfplaats te hebben. Hij wilde werken, had plannen, maar had geen adres. Maaike is ook actief bij GGZ in de Wijk. Ze zijn samen op weg gegaan naar het vinden van een vaste woonplek in Amsterdam. Daarbij kwamen ze uit bij tal van loketten: winteropvang, de Jan van Galenstraat, RMI, GGD, WPI, Passantenhotel. Bij elk loket moest hij iets aantonen.
Ben je “zelfredzaam”? Als je mentaal kwetsbaar bent heb je recht op meer hulp, en krijg je een snellere route. Het waren vreemde gesprekken. Bij de locatie Jan van Galen staat de sfeer in het kader van veiligheid: veel bewakers, je moet al je spullen in een kluis stoppen, kale wachtruimtes , met loketten achter veiligheidsglas. Het zal niet voor niets zijn, maar we hebben het hier over de meest kwetsbare mensen van de stad.
Bij ieder loket begon het gesprek weer opnieuw. Dit is een proces geweest van maanden. Ondertussen ging het slechter: hij had psychische hulp nodig. Wat er gebeurde: er ontstond bij hem wantrouwen omdat er niets veranderde. Veel medewerkers zeiden: “het komt goed”, maar tegelijk zag hij de traagheid en bureaucratie die niet meehielp en hem tegenwerkte. Er werd gezegd dat het goed kwam, maar er veranderde niets.
En toen is ie gaan dwalen. Is ie verdwenen, nu weet ik niet meer waar hij is. Hij had nodig dat er hartelijkheid is, betrokkenheid dat hij geholpen kan worden. De vraag: hoe kan deze route zo ingericht worden in sfeer, bejegening, overzicht, dat het beter aansluit bij mensen die in een zeer kwetsbare situatie zitten?
Het vierde verhaal: wel armoede, maar geen armoederegelingen door een koophuis
Mevrouw woont in West met haar 3 kinderen. Ze heeft een huis gekocht in 2006. Door alle ellende in de periode dat haar relatie eindigde is ze uiteindelijk in de ziektewet terecht gekomen. Na een tijd bleek ze een schuld bij de Belastingdienst te hebben opgebouwd van 13 duizend euro.
Op dat moment heeft ze hulp gezocht van buurtteam. Ze wilde heel graag mee doen met een schuldhulpverleningsprogramma, maar dat is niet mogelijk omdat ze vermogen heeft in de vorm van haar huis. Het hypotheekteam van het Buurtteam kon ook niets voor haar betekenen. Ook van de armoederegelingen kan ze om dezelfde reden geen gebruik maken. Met zo'n laag inkomen wordt het bijna onmogelijk om bijvoorbeeld de sport van je kinderen te betalen.
Niemand heeft het expliciet gezegd, maar feit is dat je dan beter af bent als je je huis verkoopt en in een huurwoning gaat zitten. Maar in wélke huurwoning? Dan zit je meteen aan een jarenlange wachttijd. Daarnaast wil ze echt niet verhuizen, om haar kinderen een stabiele situatie te gunnen. In de tussentijd worden de schulden niet kleiner.
Ze wil heel graag doorgaan, weer aan het werk gaan. “Als ik weer aan het werk zou kunnen, zou ik weer een plek in de maatschappij hebben.” Dan zou ze weer geld aan haar kinderen kunnen besteden en aan onderhoud voor haar huis. Maar die belastingschuld is een enorme donkere wolk die haar dwarszit om dingen te verwerken en tot rust te komen. Zonder schuldhulpverlening blijft de situatie zo uitzichtloos als het de afgelopen 2 jaar al was. Waarom kan er niks gedaan worden als je aan de bel trekt, behalve het verkopen van je huis?
De wethouder zelf heeft er ook wat over geschreven:
Comments